(telecommunicatie)
Vijfde generatie mobiele telefonie. Standaard voor draadloze telecommunicatie, niet slechts bedoeld voor mobiele smartphones maar ook voor het 'Internet der dingen', waarbij allerlei apparaten draadloos informatie uitwisselen. 5G staat een zeer hoge uitwisselingssnelheid van data toe (bitrate van 1 Gb/s en hoger is mogelijk) en heeft een zeer geringe latency (vertragingstijd tussen het verzenden aan de ene zijde en het ontvangen aan de andere zijde kleiner dan 1 milliseconde).
KPN is in 2018 begonnen met pilotprojecten. Omdat 5G gebruik maakt van enkele vrij hoogfrequente frequentiebanden en daardoor vooral in bebouwde omgevingen een grote hoeveelheid zendantennes vergt is er zorg rond verondersteld ziekmakende blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden.
5G is een lolgische doorontwikkeling van de eerder bestaande generaties mobiele telefonie. Pas tijdens de derde generatie (3G) is men begonnen met tellen.
0G: 1946: eerste commerciële mobilofoon/draadloze telefoon, ongeveer zo groot als een aktentas. Analoge techniek.
1G: 1980: draadloze thuistelefoons en mobiele telefoons via een analoog autotelefonienetwerk.
2G: 1991: eerste gsm's, digitaal gecodeerde spraak (dus met wat vertraging op de lijn), vanaf 1993 met sms-mogelijkheid en vanaf 1998 met mms (verzenden en ontvangen van bestanden) en (traag en kostbaar) internet.
3G: 2003: gsm wordt smartphone en krijgt snel internet.
4G: 2010: Zeer snel mobiel internet maakt gaming en beeldtelefonie beschikbaar op smartphones, zonder dat oudere toestellen (2- en 3G) onbruikbaar of onbereikbaar worden.
5G: 2018: Eerste pilots. Nederland loopt achter op bijvoorbeeld Zuid-Korea en Japan, waar 5G al operationeel is.